‘Was die bom ontploft, dan zat ik hier niet’
Jos was 9 jaar toen hij, op 5 april 1943, zijn huis, de winkel van zijn ouders en zijn moeder verloor door een mislukt Amerikaans bombardement op Mortsel. Het was het zwaarste bombardement op België tijdens de Tweede Wereldoorlog. Nu, 67 jaar later, herinnert Jos zich nog alles. “Op mijn negen jaar had ik nooit gedacht dat me zoiets zou overkomen,” vertelt hij. “Alles was rooskleurig, het leven was mooi.”
Veiligheidsgang
Die bewuste 5 april ging Jos gewoon naar school. Die dag was het turnles, op de speelplaats. “Eerst hoorde ik gebrom, toen zag ik stippen en die stippen werden vliegtuigen. Maar ja, ik had dat al gezien,” beschrijft hij het moment waarop het Amerikaanse bommeneskader Mortsel bereikt. Omdat er voortdurend bommenwerpers overvlogen, richting Duitsland, nam Jos aan dat ook deze vliegtuigen onderweg waren. Niet dat ze hun eindbestemming hadden bereikt. Jos: “Maar plots kwamen die vliegtuigen toch onze richting uit en waren ze plots heel dichtbij. Onze leraar nam ons toen mee naar de veiligheidsgang.”
Toen de kinderen naar de gang liepen, begonnen de eerste bommen te vallen, op de Erla-fabriek. Dat was het eigenlijke doelwit van de Amerikanen, omdat daar onderdelen voor de Duitse luchtmacht werden gemaakt. Het bombardement blijft verder duren en niet alleen rond de fabriek. Ook rond de school van Jos. “Toen was er een pauze, heeft de leraar de kans gekregen om de tweede gangdeur te sluiten en begon alles opnieuw, veel dichterbij.” Heel het centrum van Mortsel werd vernield. Eén van de vele bommen viel op het klaslokaal naast de gang waar Jos zat. “Was die bom ontploft, dan had ik hier niet gezeten,” lacht hij nog steeds opgelucht.
Toen de kinderen naar de gang liepen, begonnen de eerste bommen te vallen, op de Erla-fabriek. Dat was het eigenlijke doelwit van de Amerikanen, omdat daar onderdelen voor de Duitse luchtmacht werden gemaakt. Het bombardement blijft verder duren en niet alleen rond de fabriek. Ook rond de school van Jos. “Toen was er een pauze, heeft de leraar de kans gekregen om de tweede gangdeur te sluiten en begon alles opnieuw, veel dichterbij.” Heel het centrum van Mortsel werd vernield. Eén van de vele bommen viel op het klaslokaal naast de gang waar Jos zat. “Was die bom ontploft, dan had ik hier niet gezeten,” lacht hij nog steeds opgelucht.
Alleen op de wereld
Toen de vliegtuigen weggetrokken waren, mocht Jos vroeger naar huis. Op de hoek van zijn straat met de straat van de school blijft hij met stomheid geslagen staan. “Ik dacht: ‘Allez, mijn huis stond toch daar?’ Ik schrok echt,” vertelt Jos. De bommen hadden een gat van twee à drie huizen breed geslagen. Het deel waar Jos woonde. Gelukkig had zijn vader zich kunnen verstoppen onder de toonbank van z’n kruidenierszaak. Maar dat wist Jos bij zijn thuiskomst niet: “Ik kon geen leven bespeuren daar. ‘Nu ben ik alleen op de wereld. Wat is dat hier?!’ dacht ik.” Opzoek naar familie, ging Jos naar zijn tante Berta, die vlakbij woonde. Daar was ook alles plat gegooid. “Maar ik dacht er niet aan dat ik nog een zus had, nog familie in Mechelen, daar denk ik niet aan, hé, ik was alleen, dacht ik!”
Niet wetend wat te doen, keert Jos terug naar de ruïnes van het ouderlijk huis. En daar stond zijn vader in het puin te zoeken naar overlevenden, waaronder Jos z’n moeder. “Maar voor haar was het te laat. Zij stond vanachter in de winkel en werd door de luchtdruk weggeblazen.” Zijn vader vertrouwt Jos een zak met belangrijke papieren toe. “Maar vijf minuten later, moest ik mijn zus op school gaan zoeken. Wat moest ik met die zak doen? Ik heb hem daar maar ergens weggemoffeld en hem daarna niet meer teruggezien.” Jos vond zijn zus terug die was gaan schuilen in het huis van de dokter over de school.
Niet wetend wat te doen, keert Jos terug naar de ruïnes van het ouderlijk huis. En daar stond zijn vader in het puin te zoeken naar overlevenden, waaronder Jos z’n moeder. “Maar voor haar was het te laat. Zij stond vanachter in de winkel en werd door de luchtdruk weggeblazen.” Zijn vader vertrouwt Jos een zak met belangrijke papieren toe. “Maar vijf minuten later, moest ik mijn zus op school gaan zoeken. Wat moest ik met die zak doen? Ik heb hem daar maar ergens weggemoffeld en hem daarna niet meer teruggezien.” Jos vond zijn zus terug die was gaan schuilen in het huis van de dokter over de school.
Kerkkoor
“Omdat we dus geen huis meer hadden om in te wonen, zijn we naar onze familie in Mechelen getrokken,” vertelt Jos. Daar ging het leven z’n gewone gangetje. Jos ging naar school, mocht in het kerkkoor zingen, mocht zelfs de pastoor helpen bij het nemen van aanwezigheden tijdens de catecheseles en hij had de boerderij van de familie waar hij moest helpen. Ook het volgen van de nederlagen en overwinningen van de Duitsers en geallieerden behoorde vanaf dan tot de dagelijkse kost. “Door het bombardement was de oorlog plots veel dichter. En ging ik dat ook bewuster volgen,” verklaart Jos.
Tijdens de oorlog keerden hij en zijn zus terug naar Mortsel om daar nog verschillende keren te verhuizen. “Mijn vader startte al snel terug de zaak op, want zijn stock was niet verloren door de bommen. En dan zijn we verschillende keren verhuisd naar grotere winkelpanden, maar allemaal in Mortsel.”
Tijdens de oorlog keerden hij en zijn zus terug naar Mortsel om daar nog verschillende keren te verhuizen. “Mijn vader startte al snel terug de zaak op, want zijn stock was niet verloren door de bommen. En dan zijn we verschillende keren verhuisd naar grotere winkelpanden, maar allemaal in Mortsel.”
Brave vaders
Als je vraagt naar goede en slechte mensen in een oorlog, heeft Jos zijn antwoord klaar. “Mensen die hun land verraadden, samenwerkten met de SS, die niet in hun land bleven om het draaiende te houden. Dat zijn de lafaards, de slechten.” Met thuis een winkel zag Jos elke dag mensen van verschillende komaf over de vloer komen. “De Duitse soldaten waren niet slecht. Dat waren brave vaders en toffe kerels die gewoon orders opvolgden. Zij waren ook niet tevreden met die Hitler, maar hen werd geen keus gelaten.” Jos vindt zelf dat al bij al de oorlog voor hem redelijk vlot is verlopen. Op het einde van de oorlog, tijdens de grote voedselschaarste, was het moeilijk. En natuurlijk heeft dat ene bombardement het leven gekost van Jos’ moeder. Maar tijd om het verlies te verwerken was er niet. “Als je niet werkt, kom je nergens. Dus ik werkte altijd. Er was geen tijd om aan verwerking te denken.”
Foto: Jasper Kuylen
Foto: Jos Vloebergen
Tweet
Geen opmerkingen:
Een reactie posten