interview:‘15 procent van de bevolking heeft oorsuizingen’
Marjolein Geerts (28) werkt al vijf jaar als audiologe. Ze behandelt vooral ouderen, maar merkt dat er steeds meer jongeren over de vloer komen.
Klopt het dat jongeren naïef zijn als het om hun gehoor gaat?
Geerts: Ze zouden beter preventief werken. Vaak denken ze pas na over de gevolgen als ze problemen hebben. Wanneer ik een auto hoor voorbij rijden waarin de muziek te luid staat, denk ik er het mijne van. Op zo’n momenten zijn mensen niet met de risico’s bezig. Achteraf komen ze hier dan wel huilen. Dan kunnen wij er ook niet veel meer aan doen. Het kan vaak vier tot vijf jaar duren voor lawaaischade echt merkbaar is, maar dan is het te laat.
Wat is de meest voorkomende vorm van gehoorschade?Geerts: Dat is slechthorendheid ten gevolge van ouderdom. Maar op de tweede plaats komt lawaaischade. In dat geval spreken we vaak van tinitus, oorsuizingen, in combinatie met gehoorverlies. Bij jongeren is te harde muziek haast de enige oorzaak. Denk maar aan lawaai in discotheken of iPods die te luid staan. Ook voor mensen die in een bandje spelen of voor deejays is muziek schadelijk.
De geluidscontroles op fuiven zijn een flop. Is het nagaan van het volume dan zo moeilijk?Geerts: Nee. Maar muziek is een wisselend gegeven: een machine produceert constant evenveel decibels, terwijl een deejay aan de volumeknop kan draaien. Tijdens controles, die meestal aangekondigd zijn, wordt de muziek waarschijnlijk zachter gezet. Dat kan je niet achterhalen. Daarbij komt dat er heel weinig wordt gecontroleerd, waardoor men vaak boven het toegestane volume zit.
Als het volume oncontroleerbaar is, zijn oordopjes de laatste redding.Geerts: Dopjes zijn een belangrijk preventiemiddel wanneer er niets aan het volume gedaan kan worden. Anderzijds is het niet de bedoeling dat je continu met dopjes rondloopt. Het volume naar beneden halen, blijft een prioriteit. Ook zinvol is de duur proberen te beperken: ben je dan toch in een discotheek, ga na twee uur een halfuurtje buiten staan om je oren rust te geven. Het is altijd de geluidssterkte in combinatie met de duur waardoor blijvende gehoorschade ontstaat. Suizen je oren na een fuif, dan heb je een tijdelijke vorm van tinitus. Dat is een waarschuwing van je oren die zeggen: “Dit was te veel.” Gelukkig verdwijnt dat suizen na een tijdje. Maar als je iedere dag in het lawaai staat, gaat je gehoor zich niet herstellen.
Dopjes zijn wel heel erg duur.Geerts: Omdat ze op maat worden gemaakt, voor ieder oor apart. Er bestaat goedkopere bescherming, niet op maat. Dan ligt de prijs rond 25 euro. Maar soms is het noodzakelijk dat de dopjes een filter bevatten: muzikanten hebben een volledig geluidsbeeld nodig. Maar ze moeten hun muziek horen op een onschadelijke manier. Dan gaat de prijs inderdaad stijgen en zitten we makkelijk tussen de 100 en de 200 euro voor één paar.
Veel jongeren zijn bang om de muziek niet meer te horen zoals ze is.
Geerts: Als je gewone dopjes gebruikt, krijg je een beetje geluidsvervorming. Maar dat kan je opvangen met een aangepast dopje waarin ook de filter op maat is. Zulke bescherming zorgt dat het geluid hetzelfde binnenkomt, alleen zachter. Maar als je gewoon naar een concert of een discotheek gaat, is een dopje zonder filter zeker goed genoeg.
Hoe effectief zijn de dopjes die gratis op festivals worden uitgedeeld?Geerts: Een oordopje, of het nu op maat gemaakt is of niet, gaat tot 20 à 30 decibel demping kunnen geven. Op voorwaarde dat het goed afsluit. Festivaldopjes zijn gemaakt voor een standaardgroep. Mensen met een grotere gehoorgang hebben last van lekkage. Voor zij die een kleinere gehoorgang hebben, zijn ze oncomfortabel. Maar het heeft wel degelijk nut om gratis bescherming uit te delen.
Moet er meer campagne gevoerd worden om jongeren bewust te maken?
Geerts: Dat zou zeker nuttig zijn. Hoe meer actie er wordt ondernomen, hoe meer mensen het gevaar inzien. Er wordt te vaak gedacht dat enkel fuiven of concerten gevaarlijk zijn. Wij zijn ons niet bewust van hoe vaak wij in lawaai komen. Dagelijks één uur in 90 decibel, is te veel. In de bioscoop en op café meten we al schadelijke niveaus.
Terugbetaling van bescherming vanuit het RISIV, het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, is ook welkom. Voor velen blijft de prijs een argument om geen bescherming te kopen.
Gehoorschade komt nu wel steeds vaker aan bod in de media.Geerts: Het had al veel vroeger in de belangstelling moeten komen. Het is wel interessant dat bekende figuren, waarnaar de jeugd opkijkt, zelf ook toegeven dat ze met problemen zitten. Dat heeft vaak meer effect dan een overheidscampagne. Ongeveer 15 procent van de bevolking heeft tinitus, oorsuizingen. Dat zijn veel mensen. Bij de meeste onder hen is lawaaischade de oorzaak. Het is goed dat er aandacht aan gehoorbescherming wordt besteed.
Als je geen gehoorschade hebt, draag je best bescherming op fuiven. Doe je dat dan ook op café?Geerts: Ja, sowieso. Maar het ene café is het andere nog niet. Ga je naar een rustige tearoom, dan zal het lawaai wel meevallen, maar ga je op vrijdag naar een jeugdcafé waar er muziek op staat, moet je toch oppassen. Het lawaai van de mensen kan al schadelijk zijn. Een normaal spraakniveau ligt rond de 60 decibel. Vanaf 80 decibel is schade reëel. Preventief denken is zeer belangrijk. Als er in een druk café luid gepraat wordt, pas je dus beter op.
Marjolein Geerts: "Dagelijks één uur in 90 decibel is te veel."
Foto: Jasper Kuylen